MS : IS DE RETINA EEN BIOMARKER?
MS is een relatief frequente degeneratieve ziekte van het centraal zenuwstelsel en het ruggemerg. Door auto-immune processen, die zowel de grijze (= zenuwcellen) als de witte stof (zenuwvezels) in de hersenen aantast. Vrij typisch is dat de aandoening gepaard gaat met verlies van de isolatie-laag (= de myeline-schede ") van de zenuw cellen ("demyelinisatie") . Als gevolg daarvan gaan zenuwcellen (vooral de ganglioncellen) afsterven en gaan de zenuwvezels degenereren . 1 van de eerste verschijnselen van MS is nogal klassiek : oogzenuw ontsteking, met tijdelijk minder goed zicht als gevolg . Na de genezing is de zenuwvezel laag altijd minder dik. Soms kan ook een aantasting van de zenuwvezel laag aanwezig zijn, zonder duidelijke voorgeschiedenis van oogzenuw ontsteking.
Door de vermindering van de ganglioncellen en de zenuwvezels zijn er logischerwijze ook zicht klachten bij MS-patienten: verminderd zicht, verminderd gezichtsveld, verminderde contrastgevoeligheid en kleurenzichtstoornissen .
Recent werd het mogelijk om met een speciaal toestel (= OCT ) snel, zonder rontgenstralen en zonder belasting van de patient een duidelijk bilan op te maken van de zenuwcellen in het netvlies en hun uitlopers in de zenuwvezellaag. De
ganglioncellen komen voor in de ganglioncellaag van het netvlies. Als de ganglioncellen verminderen is dit te zien door verdunning van de cellagen en ook door de verdunning van de zenuwvezellagen (vooral temporaal = buitenzijde) . Bij een oogzenuwontsteking kan de zenuwvezellaag wel initieel verdikt zijn
Er werd uitgebreid onderzoek gedaan om te weten hoeveel dikte-variatie er normaal is in een gewone groep patienten van dezelfde leeftijd. Dit werd thv het centraal deel van het netvlies ("de maculaire kubus" ) gedaan voor wat betreft de cellagen en rond de oogzenuw gedaan voor wat betreft de zenuwvezellagen.
Volgende testen kunnen gedaan worden:
1) Is dikte van cellaag en zenuwvezellaag normaal
2) Neemt de cellaag en zenuwvezellaag (snel) af bij een controle onderzoek na 6 maand
3) Kan therapie zorgen voor verbetering ?
De retina heeft geen myeline. Het effect van de therapie op de zenuwcellen kan hier los bekeken worden van de demyelinisatie -processen.
Wat leerden we tot nu toe :
-De verdunning van de zenuwvezellaag lijkt significant verbonden te zijn met de aanwezigheid van opticus-atrofie. Dit kan voorvallen na neuritis optica, maar ook zonder neuritis optica
-Glaucoom (te hoge oogdruk) kan ook de zenuwvezelbundel aantasten. Daarom moet ook steeds de oogdruk gemeten worden bij een MS patient
Wat kan de oogarts nog meer doen, dan zenuwvezel laag en maculaire cellaag te screenen ?
-Zicht optimaliseren met bril
-Contrast verhogen , door
sneller cataract te opereren, omdat dit ook een reden is van contrast verlies
aanraden van meer licht te gebruiken
aanraden om de krant te lezen op een Ipad (geeft een beter wit / zwart contrast // kan ook zorgen voor vergroting)
-Sneller glaucoom behandelen om de zenuwvezellaag niet nog meer in het gedrang te brengen
-De leeftijd en zenuwmedicatie geven gemakkelijk droge ogen. Bij Parkinson gaat de patient ook minder knipperen, wat de droge ogen nog verergert. Hiervoor kunnen kunsttranen helpen
KOSTPRIJS OCT ONDERZOEK : 40 € - niet terugbetaald voor de indicatie MS