"steeds trillende ogen"
NYSTAGMUS   :   HET OOG BEWEEGT HEEN EN WEER

WAT?

Nystagmus is een voortdurende onwillekeurige beweging van het oog. Dit verschijnsel treedt vaak op bij een andere aandoening maar kan ook een losstaand verschijnsel zijn. Twee types onderscheiden we hierbij:

a) PENDELNYSTAGMUS Het oog maakt bewegingen, in veel gevallen horizontaal, maar ook verticale of draaiende bewegingen gelijkmatig in de twee richtingen.

b) RUKNYSTAGMUS Een vaker voorkomende vorm van nystagmus is die waarbij de ogen sneller in de ene richting bewegen dan in de andere .


OORZAAK ?

Een nystagmus kan aangeboren zijn of later ontstaan. Meestal is de kwaal het gevolg van stoornissen in het evenwichtsorgaan of hersenaandoeningen. Dan gaat het meestal om een ruknystagmus. De beschadigingen kunnen veroorzaakt worden op erfelijke basis (er zijn nog familieleden die nystagmus
vertonen) maar ook door beschadigingen (zelf te wijten aan: een moeilijke bevalling / hoge bloeddruk, een beroerte, multiple sclerose, de ziekte van Menière, drug- of alcoholvergiftiging of hersenvliesontsteking/ ontsteking van het evenwichtsorgaan of de kleine hersenen . Omdat nystagmus te maken kan hebben met hersenaandoeningen, worden patiënten altijd onderworpen aan een neurologisch onderzoek. Slechts zelden is een nystagmus veroorzaakt door een sterk gestoord zicht (bvb bij aangeboren cataract of een erfelijke afwijking van de oogzenuw (bvb opticus atrofie) of het netvlies (bvb albinisme). Dan gaat het altijd om een aangeboren nystagmus - type pendelnystagmus.

OPMERKING

1.  Het euvel kan verergeren bij stress, vermoeidheid, direct licht of als het oog afgedekt wordt. Stress wordt dus best vermeden!
2.   Speciale vorm: latente nystagmus: 1 oog gaat schudden als het andere oog wordt afgedekt. Dit stelt geen problemen, tenzij 1 oog verloren wordt (door een trauma of een oogziekte). Dan komt de nystagmus tot uiting, met alle problemen van dien (cfr infra)  

WAT ZIJN DE GEVOLGEN ?


De praktische gevolgen van nystagmus zijn sterk afhankelijk van de ev. andere aandoeningen waarmee het verschijnsel gepaard gaat (bvb duizeligheid bij aantasting van evenwichtsorgaan) Nystagmus op zich, geeft een minder goed zicht, omdat de ogen niet goed kunnen fixeren. Bij kinderen rijpt het zicht daardoor ook minder goed en krijg je 2 luie ogen, die ongeveer 5/10 zien (afhankelijk van de ernst van de nystagmus). Dit laat de patiënt meestal toch wel toe van normaal te functioneren.

Omdat in bepaalde blikrichtingende ogen rustiger zijn, wordt soms een zeer afwijkende hoofdhouding aangenomen ("torticollis"), om die afwijkende blikrichting recht uit te brengen. Een andere manier, die het lichaam gebruikt, om nystagmus tegen te gaan is scheelzien ("strabisme"):

Door bepaalde oogspieren aan te spannen gaan de ogen geblokkeerd worden en minder schudden. Als nevenwerking van dit correctiesysteem gaat 1 oog wel gemakkelijk afwijken van de rechte oogstand. We spreken dan van scheelzien, als gevolg van nystagmus blokkering. Ook tegengestelde hoofdoscillaties (schudden van het hoofd) kunnen de nystagmus enigszins compenseren, maar ook dit is niet esthetisch!


THERAPIE ?


Een behandeling van de onderliggende oorzaak heeft meteen een gunstige invloed op de nystagmus. Als de andere aandoening onder controle is, is dat meestal ook met de nystagmus het geval. 

Trucks: dichter bij TV zitten is gemakkelijker (tot op 1 meter !) / goed licht bij lezen / u mag uw hoofd scheef houden als je beter ziet (best niet als ze foto's van u nemen !)

Meestal kan de onderliggende oorzaak niet behandeld worden. We kunnen dan niks doen, behalve als de correctie-mechanismen van het lichaam (de scheve hoofdstand ("torticollis") op het scheelzien) te erg zijn. Dan kunnen we aan de hand van een verzwakking van bepaalde oogspieren ("een scheelzien-operatie volgens Kestenbaum") het scheelzien en de torticollis bijsturen.  Door een de scheelzien-operatie worden de spieren in die mate versterkt en verzwakt zodat de spierimpulsen die de nystagmus optimaliseren gesimuleerd worden in primaire stand (dit is blik recht uit) en aldus moet geen aberrate hoofdhouding meer aangenomen worden. Dit is wel vrij ingewikkeld en geeft niet altijd een perfect resultaat! 


RIJGESCHIKTHEID

Het zicht moet meer dan 5 / 10 zijn binoculair en minstens 2 / 10 monoculair !