"wegdraaiend oog"
  • SCHEELZIEN: 1 OOG KIJKT WEG VAN HET FIXATIE-OBJECT - DAT OOG WORDT BIJ KINDEREN UITGESCHAKELD EN GAAT PROGRESSIEF MINDER GOED ZIEN: "EEN LUI OOG"

  • SCHEELZIEN IS HET WEGDRAAIEN VAN 1 OOG : NAAR BINNEN ("eso") / NAAR BUITEN ("exo") / NAAR BOVEN / NAAR ONDER

  • OORZAAK: EEN ONEVENWICHT TUSSEN DE 6 SPIEREN VAN BEIDE OGEN

  • SOMS KAN HET SCHEELZIEN WISSELEN VAN OOG- DAT IS EEN BETERE VORM, OMDAT ER ZO GEEN LUI OOG ONTSTAAT

  • EEN VOORBEELD : NAAR BUITEN DRAAIEN VAN HET RECHTER OOG

  • BIJ HET AFDEKKEN VAN HET FIXERENDE OOG ZIE JE DAT HET SCHEELZIENDE OOG DE FIXATIE OPNEEMT. DAT BEVESTIGT DE DIAGNOSE VAN SCHEELZIEN

  • RESULTAAT VAN DE OPERATIE

  • SCHEELZIEN WORDT VEROORZAAKT DOOR EEN SLECHT EVENWICHT TUSSEN DE 6 OOGSPIEREN VAN IEDER OOG

  • DOOR HET OOG IN ALLE BLIKRICHTINGEN TE LATEN KIJKEN KAN DE OOGARTS ACHTERHALEN WELKE OOGSPIER TEVEEL OF TE WEINIG WERKT

  • SPIEREN DIE TE STERK WERKEN KUNNEN VERZWAKT WORDEN- DAARVOOR MOET DE SPIER OPGEZOCHT WORDEN ONDER HET SLIJMVLIES VAN HET OOG

  • DE SPIER MOET VOLLEDIG VRIJGEMAAKT WORDEN

  • DE SPIER KAN DAN AFGEKNIPT WORDEN VAN HET OOG

  • OM DE SPIER TE VERZWAKKEN WORDT DIE EEN VIJFTAL MM ACHTERUITGEPLAATST

  • HET SLIJMVLIES VAN HET OOG WORDT WEER BOVEN DE SPIER VASTGENAAID

STRABISME = SCHEELZIEN 

Het is een frequente aandoening (4%), die gekenmerkt wordt door een stoornis in de werking van de oogspieren, die toelaten het oog te bewegen. Aldus kunnen de hersenen niet beide ogen tegelijkertijd rechthouden ("de besturing van de ogen loopt fout "). Scheelzien is dus steeds een probleem van beide ogen samen, ook al staat steeds hetzelfde oog (lees: het minder goede oog) in de hoek ! Tot 9 maanden mogen baby's af en toe scheelzien, nadien niet meer !

MOGELIJKE OORZAKEN

Scheelzien is frequent erfelijk bepaald in die mate dat indien 1 van de ouders scheelzien, hun kinderen bijna zeker ook zullen scheelzien. Indien de stoornis in de spiersamenwerking uitgesproken is, is het scheelzien vanaf de geboorte aanwezig. Indien de spiersamenwerking minder gestoord is, ontstaat het scheelzien later (meestal tussen de leeftijd van 2 a 3 j), n.al.v een verzwakking van de algemene toestand (bvb ziekte) of wanneer het kind meer gaat lezen. Ziektes of ongevallen (oa moeilijke en premature bevalling) kunnen soms spierverlammingen veroorzaken waardoor scheelzien ontstaat. Bij slechtziende ogen (brilproblemen (vooral verziendheid) , littekens in het oog n.al.v doorgemaakte ziektes, eventueel tijdens de zwangerschap) hebben de hersenen geen enkele reden om het slechtziende oog recht te houden. Slechte hersenen (d.i. mentale handicaps) hebben moeite om zelfs normale ogen recht te houden.

GEVOLGEN

Eerst en vooral esthetisch (de associatie met mentale handicaps heeft bovendien geleid tot een opvallende misprijzende houding van onze maatschappij). Even belangrijk is echter het feit dat het scheelziende oog door de hersenen uitgeschakeld wordt, omdat het toch maar een storend dubbelzicht geeft. Het gebrek aan oefening leidt dan tot slecht zicht van het scheelziende oog ("een lui oog ") en minder goed dieptezicht. Bij een ongeval aan het enig goede oog, kunnen dergelijke patiënten dan op slag heel slechtziend worden. Scheelzien geeft soms hoofdpijn en vermoeidheidsklachten,  vooral als het op latere leeftijd ontstond !  Soms kan ook dubbelzien voorvallen dan !

ONDERZOEK

Best zo vroeg mogelijk (dit is van zodra het scheelzien ontdekt wordt. Er mag gewacht worden tot het kind 6 maanden oud is, omdat bij pas geboren kinderen de ogen soms scheel mogen zijn !), omdat een vroegtijdige behandeling veel meer kans op succes geeft. Op een totaal pijnloze manier wordt gepoogd eerst en vooral te bevestigen of er scheelzien is. Nadien wordt gezocht naar oorzaak (bril nodig, littekens in het oog ?) en gevolg (onderzoek van het scheelzien in alle blikrichtingen om alle esthetische afwijkingen -ook de verticale te vinden/nameten van het zicht om een lui oog uit te sluiten).

BEHANDELING

a) Eerst het lui oog behandelen: via het afdekken van het rechtstaande oog, worden de hersenen gedwongen het scheelziende oog te gebruiken. Dit moet doorgaan tot het achtste jaar (ook al wordt het kind in tussen geopereerd !). Aldus gaat het zicht vrij snel beter worden (i.p.v verder te verslechten !), vooral indien het kind vrij jong is. Eenmaal het kind 6 j is valt van een gezichtstraining geen wonderen  meer te verwachten en het wordt helemaal onmogelijk na het achtste jaar. Als na een tijdje training het rechtstaande oog ook gaat scheelzien, is dit een goed teken, omdat dit er op wijst dat beide ogen even sterk zijn en de hersenen nu eens het ene dan weer het andere oog laten scheelzien. Hoe beter het oog ziet, hoe meer kans dat het oog na chirurgie blijft rechtstaan. Met afdekken kan echter bijna nooit bereikt worden dat weer perfect met beide ogen samen kan gekeken worden. Omdat een perfecte samenwerking tussen beide ogen samen, nodig is voor dieptezicht zult u begrijpen dat het dieptezicht minder goed zal zijn iemand die vroeger heeft scheel gekeken. Tennis en basket lukt dan ook totaal niet. 3-dimensionele films worden ook niet ervaren !

b) Behandeling van het scheelzien: Oogspieroefeningen helpen niet. Als het scheelziende kind ook verziend is kan het  scheelzien soms gecorrigeerd worden met druppels (als het scheelzien nog niet te lang bestaat) of met een positieve bril (bij afzetten van de bril is het scheelzien wederom aanwezig, zodat deze behandeling alleen goed te verdedigen is als de bril ook nodig is voor goed zicht (dit is niet zo bij lichte positieve brillen !). Meestal moet met een operatie de oogspiertjes (die buiten het oog zitten !) in balans gebracht worden. Best wordt er geopereerd voor het eerste studiejaar (anders wordt uw kind geplaagd door de kinderen van hogere klassen). Er wordt alleen geopereerd als het scheelzien stabiel is. Daarom dient het kind meerdere keren gezien te worden. Meestal moet hierbij aan de twee oogjes geopereerd worden. Nadien hebben de kinderen eigenaardig genoeg weinig of geen last en mogen ze dezelfde dag naar huis. Er hoeft geen verband gedragen te worden na de ingreep. De kans op succes na 1 ingreep is 9/10, vooral als het scheelziende oog goed ziet en als er geen mentale handicap is. Een operatie kan de ogen alleen maar in de goede richting brengen. Het zijn de hersenen die de ogen recht moeten houden. Een operatie kan echter meerdere keren opnieuw uitgevoerd worden (ook op latere leeftijd !). Na de operatie moet nog verder afgedekt worden tot 8 jaar   , om te beletten dat het geopereerde oog niet weer lui wordt .  Meestal is dat maar 1 H/d, en kan dit gebeuren buiten de schooluren.