BRIL » KINDERBRIL »
AFDEK BEHANDELING
Use it or loose it

BEHANDELING MET AFDEKKEN

AFDEKKEN VAN HET GOEDE OOG is de efficiëntste manier om een slechter oog (door strabisme, brilprobleem of oogletsel) te oefenen zodat het beter gaat zien (misschien zelfs even goed als het beste oog nu). ALS EEN BRIL MOET GEDRAGEN WORDEN,
MOET DE PLAKKER OP DE HUID GEKLEEFD WORDEN EN MOET DE BRIL EROVER GEDRAGEN WORDEN.

Indien scheelzien de oorzaak is van het slechter zien van 1 oog, kan het zijn dat het vroeger rechtstaande oog ook soms gaat scheelzien, als het slechte oog beter gaat zien. Dit is een GOED teken, want dit wijst er op dat de hersenen geen voorkeur meer hebben om 1 der ogen selectief te gebruiken.


TIPS BIJ AFDEKKEN

HOE: Om spieken te vermijden, is een pleister op de huid aan te raden, liever dan afdekken van een brilglas. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden (bvb tijdens een periode van beschadigde huid) kan dit laatste toegestaan worden. De pleister moet goed aansluiten zonder spiekgaatjes. Best geeft u daarom enkele knipjes aan de neuszijde van de pleister, zodat die zich beter aan de vorm van het gezicht kan aanpassen. U kunt geld sparen door een dergelijke pleister zelf te maken.

Als slechts onvolledige dagen moet afgedekt worden wordt best 's avonds afgedekt in een periode, waarin het kind intensief visueel bezig is (TV-kijken, video-spelletjes, kralen rijgen, kleuren, puzzelen. Aankleuren van bepaalde letters in een krant is een goede oefening voor schoolgaande kinderen). Afdekken tijdens het eten, heeft weinig zin gezien deze activiteit weinig visuele inspanning vraagt). Soms wordt daarom best tijdens de schooluren afgedekt, alhoewel dit een psychische belasting uitmaakt voor het kind. Contacteer hiervoor in ieder geval de leerkracht. In school afdekken is het eenvoudigst als kinderen nogal weigerachtig zijn t.o.v de plakker. Bij de juffrouw durven ze geregeld niet weigeren en zijn er ook nog andere kindjes die een plakker op hebben
.

 
MOTIVEREN

Maak uw kind duidelijk dat de pleister dient om het zicht van het luie oog te verbeteren. Af en toe een beloning (en soms zelfs eens straf) kan uw kind ondersteunen. Dek het oogje van een pop of beertje af om het kind te ondersteunen. Stel het voor als een spelletje ("We gaan zeerovertje (Piet Piraat) spelen"). Een kind is soms heel erg trots om met een pleister rond te lopen, met een tekening van papa of mama op. Indien het kind altijd maar de pleister wil aftrekken (vooral bij jonge kinderen), kan een armspalk (bvb het armpje in een rol van keukenpapier steken) of een steviger pleister wonderen doen.
Ook de OUDERS MOETEN GEMOTIVEERD ZIJN! Weet daarom dat het luie oog oefenen leidt tot een beter zicht ("oefening baart kunst"), terwijl het oog anders altijd maar slechter zou worden, indien niks gedaan wordt. De periode voor het zesde levensjaar is de meest cruciale periode, omdat alleen dan een goede gezichtsrijping kan bekomen worden (lees: ontwikkeling van de hersenen, zodat de ooginformatie optimaal gebruikt wordt). Weet dat afdekken soms scheelzien kan opwekken of het scheelzien kan laten toenemen. Dit risico weegt zeker op tegen het risico om met slechts 1 goed oog door het leven te moeten. Een ongeval is immers snel gebeurd. Weet ook dat het afdekken in het begin heel intensief (tot dag en nacht afdekken) zal moeten gebeuren om het luie oog te oefenen.

Later zal 1h per dag geregeld volstaan, om het visuele resultaat te behouden EN DIT TOT HET ACHTSTE JAAR (ook al is het oog geopereerd van scheelzien bvb). Anders gaat het oog terug slechter worden. Na 8 jaar kan dit niet meer.

Daarom is het zo:

ONDER DE 8 JAAR
: als 1 oog slecht ziet moet je een bril (en eventueel ook een plakker) dragen...
BOVEN DE 8 JAAR
: als 1 oog goed ziet moet je geen bril dragen.